Spelen met je hond

Hoe moet je nou precies met je hond spelen?

Samen spelen met je hond is een goede manier om samen plezier te maken. Bovendien bevordert dit de band tussen jou en je hond. Spel is echter alleen spel wanneer beide partijen het leuk vinden; zowel jij als de hond. Daartoe dient het spel, bijvoorbeeld een spelletje waarbij jullie allebei aan het speeltje trekken, de volgende kenmerken te hebben:

  • De hond mag uitsluitend in het speeltje bijten. Jouw handen (en de rest van je lichaam) en kleding zijn geen speelgoed. Gebeurt het tijdens het spel toch dat je hond (per ongeluk) in je handen of kleding hapt? Stop dan met het bewegen van het speeltje totdat je hond zijn aandacht weer op het speeltje richt. Dan kun je weer verder gaan met spelen. Bijt de hond nogmaals of echt hard? Dan kun je rustig “au” zeggen en het speeltje even weghalen. Als de hond weer rustig is, kun je het speeltje opnieuw aanbieden.
  • Er worden pauzes ingelast. Als honden onderling met elkaar spelen doen zij dit om elkaar te peilen: vind jij het nog steeds leuk? Sommige honden doen dit vanuit zichzelf ook in het spel met mensen. Bij andere honden moeten wij juist actief pauzes inlassen. Deze korte momenten van rust zijn met name handig zodat de opwinding die bij het spel komt kijken wat kan zakken. Zo voorkom je dat het spel te wild wordt waardoor de hond zichzelf minder goed in de hand heeft en in plaats van in het speeltje in jouw handen hapt. Je kunt pauzes inlassen door even te stoppen met spelen, of door wat brokjes op de grond te strooien.

Een ander leuk spel kan zijn het weggooien van een speeltje, waarna de hond dit weer terug komt brengen. Dit spel spelen we alleen met speeltjes die na het gooien meteen stilvallen. Hiervoor kun je bijvoorbeeld gebruik maken van een flostouw, een rubberen speeltje of een knuffeltje.

Speeltjes weggooien kan alleen veilig gedaan worden op ondergronden waarop de hond niet uit kan glijden. Zo voorkomen we blessures.
Bij het achter speeltjes aanrennen maken honden vaak onnatuurlijke bewegingen: wegsprinten, gekke sprongen, ineens afremmen, korte wendingen etc. Om te voorkomen dat onze honden overbelast of geblesseerd raken, doen we dit spel nooit lang achter elkaar. Bij jonge pups kun je het speeltje maximaal drie keer achter elkaar weggooien en terug laten brengen, bij grotere honden maximaal vijf keer achter elkaar.

Let er ook bij dit spelletje op dat je hond zich aan de spelregels houdt. Wanneer hij bijvoorbeeld naar het speeltje opspringt of blaft, is het niet het goede moment om het speeltje te gooien. Daarmee zou je namelijk het opspringen of blaffen belonen, waardoor de hond dit in de toekomst vaker en heftiger kan gaan doen. Wacht in dit geval tot de hond stil is en met vier poten op de grond staat, voordat je het speeltje weggooit.

Niet alle honden brengen van nature het weggegooide speeltje weer terug. Heb je een hond die wegloopt zodra hij het speeltje te pakken geeft? Nodig hem dan uit om bij je te komen door op je knieën te gaan. Als je het speeltje probeert af te pakken, zal je hond er alleen maar mee vandoor willen gaan en het samen spelen niet meer leuk vinden. Wil je weten hoe je je hond kunt leren dat het leuk is om speeltjes terug te komen brengen? Neem dan contact op met je gastgezinbegeleider, zij kan je helpen met advies op maat voor jouw hond.

Bij gastgezinnen koppelen we geen vast woord aan het brengen van speeltjes. Dit gebeurt pas tijdens de training in de vervolgopleiding. Terugbrengen van spullen is dus geen oefening zoals SIT of DOWN maar uitsluitend een manier van spelen.

Ontdek hier hoe je de opleiding en inzet van hulphonden kunt steunen