Het begroeten van je hond

Is een vrolijke begroeting altijd vrolijk?

Voor de meeste mensen met een hond is het een vertrouwd tafereel: je komt ’s ochtends beneden en je wordt begroet door je enthousiast kwispelende viervoeter. In sommige gevallen is deze vrolijke begroeting helemaal niet zo plezierig. Vanuit enthousiasme stijgt het opwindingsniveau van de hond waardoor hij bijvoorbeeld opspringt, vocaliseert of rondjes om je heen draaft. Vervolgens duurt het even voordat hij weer ‘normaal’ doet. Waar komt dit gedrag vandaan, wat is onze rol als geleider hierin en hoe kunnen we dit het best in goede banen leiden?

Honden zijn, net als wij mensen, sociale dieren. Het is voor je hond prettig om gezien te worden. Door hem te begroeten erken je dat hij onderdeel is van jullie sociale groep. 

Dat een hond dus blij is om je weer te zien nadat jullie even bij elkaar vandaan zijn geweest, is normaal. De manier waarop hij zijn blijdschap toont, verschilt per hond. Sommige honden zijn bij een begroeting nou eenmaal enthousiaster dan anderen. De ene hond kan van nature zichzelf bij opwinding goed in de hand houden, de ander heeft hierin begeleiding nodig.

Als door de geleider van iedere begroeting een feest wordt gemaakt, zal het voor de hond een gewoonte worden om daarin mee te gaan. We zien vaak dat honden van wie de geleider ook erg enthousiast doet tijdens de begroeting, nóg enthousiaster worden (lees: de opwinding stijgt) waardoor de kans op het vertonen van ongewenst gedrag zoals opspringen groter wordt. De manier waarop de geleider de hond begroet, is dus van invloed op hoe de hond zich gedraagt bij een begroeting.

Het op een gepaste manier begroeten van een persoon, is een belangrijk onderdeel van het socialisatieproces. Met ‘gepast’ bedoelen we: kalm, met vier poten op de grond en bereikbaar/aanstuurbaar blijven. Tijdens hun werk komen hulphonden veel in contact met mensen. Zij moeten zich hierbij uit zichzelf, zonder sturing van de cliënt, gepast weten te gedragen. De basis voor deze vaardigheid wordt bij het gastgezin aangeleerd en begint al bij de manier waarop het gastgezin begroet wordt.  

Hoe begroet je je hond? Zowel voor het begroeten van een jonge pup, als een wat oudere puber, gelden dezelfde regels.

  • Zorg dat je je eigen opwindingsniveau onder controle hebt. Spreek tegen je hond met een kalme stem in een neutrale toonhoogte.
  • Gedraagt jouw hond zich bij de begroeting gepast, zoals hierboven omschreven? Dan kun je je hond even aaien. De meest geschikte plek hiervoor zijn de borst of de schouders van de hond. Zorg dat je bewegingen kalm zijn. Onthoud: hoe drukker jij doet, hoe drukker je hond wordt.
  • De begroeting hoeft in totaal niet meer dan enkele seconden te duren.
  • Niet iedere hond houdt van uitgebreide begroetingen. Het is helemaal niet erg als jouw hond niet naar je toe komt om je te begroeten, maar op zijn plaats blijft liggen en hooguit een paar keer kwispelt. In dat geval hoef je jouw hond niet telkens bij je te roepen.
  • Gedraagt jouw hond zich niet gepast bij een begroeting? Dan kun je hem op twee manieren begrenzen:
    1) Stop met aandacht geven zodra de hond ongepast gedrag laat zien. Zodra de hond kalmeert en met vier poten op de grond staat, kun je hem aandacht geven door rustig tegen hem te praten en hem eventueel kort te aaien. Wordt de hond meteen weer druk? Dan stop je daar direct weer mee totdat de hond weer kalmeert. Door dit consequent te herhalen, leer je je hond dat de interactie alleen plaatsvindt wanneer hij zich rustig gedraagt.
    2) Geef de hond een opdracht die hij beheerst. Het kan helpen om de hond een opdracht zoals ‘Sit’ te geven. Dit kan het voor de hond duidelijker maken hoe jij wilt dat hij zich gedraagt. Voert de hond de gegeven opdracht goed uit? Dan kan je hem belonen door rustig tegen hem te praten en hem te aaien. Stijgt de opwinding direct weer? Stop daar dan mee en geef de opdracht opnieuw.
    Je gastgezinbegeleider kan samen met jou kijken naar wat de meest geschikte methode is voor jou en jouw hond.
  • Als je hond in de bench zit wanneer je thuis of beneden komt, laat hem er dan pas uit wanneer hij rustig is.

Ontdek hier hoe je de opleiding en inzet van hulphonden kunt steunen