Onderzoek bewijst de waarde van hulphonden bij PTSS, epilepsie, therapie en in zorginstellingen. Een hulphond maakt wel degelijk het verschil. Dat tonen wetenschappelijke onderzoeken aan die zijn opgezet in samenwerking met o.a. de Erasmus Universiteit, de Universiteit van Utrecht en Radboud Universiteit Nijmegen. Enkele kernbevindingen:

• Epilepsie: bij volwassenen met medicatieresistente epilepsie leidde inzet van een hulphond tot een gemiddelde afname van 30–34% van het aantal aanvallen binnen één jaar. Ook nam de ervaren veiligheid en kwaliteit van leven van zowel cliënten als mantelzorgers merkbaar toe¹.
• PTSS bij veteranen: in onderzoek onder Nederlandse veteranen blijkt dat een PTSS-hulphond leidt tot minder nachtmerries, minder negatieve gedachten, betere slaap en verbeterd sociaal functioneren vergeleken met veteranen zonder hulphond. Ook partners rapporteren betere relatiekwaliteit en meer sociale betrokkenheid².
• Kindertherapie: een verkennende studie toont aan dat therapiehonden fungeren als een effectieve ‘ijsbreker’: kinderen maken sneller contact, tonen meer vertrouwen en zijn toegankelijker in de behandeling³. Hulphond Nederland zet al 14 jaar hulphonden in bij haar therapie en ziet hierdoor structurele verbeteringen bij honderden jongeren.
• Sociale-hulphonden in zorginstellingen: in navolging op eerdere bevindingen uit het onderzoek met de Radboud Universiteit naar Kwispellezen®⁴, waarin de inzet van Sociale-hulphonden de leesbevordering van kinderen aantoonbaar versterkt, worden deze honden nu breder ingezet. Inmiddels bezoeken 35 gecertificeerde teams 45 instellingen waaronder ziekenhuizen, IC-afdelingen en zorgcentra. Hier zorgen de Sociale-hulphonden voor verlaging van stress en angst, bevorderen ze ontspanning en dragen ze bij aan sociale interactie tussen cliënten, hun families en zorgprofessionals.